Strijd om een dode.

In het Griekse epos Ilias van -waarschijnlijk- Homerus wordt verhaald van de strijd om de stad Troje. Natuurlijk kennen de meesten van ons het verhaal van het paard van Troje. Dat komt immers uit dit heldendicht. Minder bekend is een ander verhaal.
Tijdens de schermutselingen om de stad wordt Patrokolos, vriend (of wellicht geliefde) van Achilles gedood door de Trojaan Hektor. Aanvankelijk hadden Achilles en Patrokolos samen gevochten tegen de Trojanen. Maar Achilles kreeg een conflict met een aantal medestanders en trok zich uit de strijd terug. Zijn vriend achterlatend. Deze trok de wapenuitrusting van Achilles aan en wierp zich in de strijd. Na zijn dood ontstond er een strijd rond zijn lijk, juist vanwege die mooie wapenuitrusting. Uiteindelijk werd zijn lichaam naar Achilles gebracht.

Image

Afbeelding op een Griekse vaas, waarop Achilles Patroclus' arm verbindt


Zoals ik elders al vertelde werkten mijn voorouders van moederszijde in het huidige Duitsland voor diverse vorsten van Nassau, in de funkties van rechter, burgemeester of houtvester.
Zo komen we op kasteel Löhnberg, op zo’n kleine 20 kilometer van Beilstein Johannes Grüter, ‘oranien-nassauischer Amtmann in Löhnberg’ tegen.
Net zoals in de Ilias vond ook hier een strijd om een lijk plaats in de 18e eeuw. Ook hier waren conflicten tussen diverse koninkrijkjes. Zo vond de regering van Weilburg het niet juist dat de Dillenburgse overheid een militair commando naar kasteel Löhnberg had gestuurd. De Weilburgse regering was van mening dat de stad Löhnberg het gemeenschappelijk grondgebied was.
Zo zal men ook niet enthousiast zijn geweest dat baljuw Grüter zijn intrek in het stadje had genomen. Het gaat hier om Johannes Grüter, geboren in maart 1685, overleden Johannisburg, Nenderoth, 01 april 1768. Hij was baljuw in Beilstein 1745-1748, 1748-1758 baljuw in Löhnberg en in Dillenburg 1758 -1766. Hij was de vader van Ludwig Grüter, waar u hier meer over kunt lezen.
Het verhaal gaat als volgt:

Politieke en godsdienstige grenzen liepen destijds door elkaar. Zo was er nabij Löhnberg een ijzersmelterij, een twistappel tussen Nassau-Oranje en Nassau- Weilburg of Nassau-Saarbrücken. De gebouwen en de productie van deze ijzerfabriek waren Oranje.
De ijzerfabriek was weliswaar Dillenburgs, geografisch lag de fabriek in het gebied van het gemeentebestuur van Löhnberg. Daarom eiste de regering van Weilburg medeheerschappij over de bewoners. Zij woonden in onderkomens (hutten) op het fabriekscomplex. De ruzie kwam tot een hoogtepunt toen een van de bewoners van de hut stierf.


Image

IJzererts. Bron: CC BY-SA 2.0 br, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=333366

Op 27 mei 1758 overleed de arbeider Thieß in de Löhnberg-fabriek. Waar moest de dode begraven worden, in Löhnberg of in Niedershausen? De nabestaanden wilden de begrafenis natuurlijk in Löhnberg laten plaatsvinden, omdat de fabriek veel dichter bij Löhnberg lag dan bij Niedershausen. Bovendien waren de arbeiders van de fabriek altijd in Löhnberg naar de kerk gegaan en de Actus parochiales (dopen, huwelijken en begrafenissen van de bewoners van de hut) waren altijd door de geestelijkheid in Löhnberg uitgevoerd. Daarom wilde zijn weduwe hem begraven in het nabije Löhnberg. Al was het alleen maar om de hoge kosten uit te sparen van een begrafenis in het verre Niedershausen.
De twee regeringen in Weilburg en Dillenburg hadden tegenstrijdige bevelen gegeven over de begrafenis van de man. Hoe zou dat uitpakken?
De Löhnbergers gingen naar de fabriek met hun twee pastoors - in die tijd waren er twee pastoors in Löhnberg, Andreas Frank, een zeer oude man, en zijn zoon en assistent Ludwig Frank. Bij de fabriek stonden echter de inwoners van Niedershausen en Obershausen met de Oranje-baljuw Grüter, reeds klaar om de Löhnbergers de toegang tot het gebied te beletten. De Löhnbergers dreven de Niedershäuser echter met stenen en hevige schermutselingen terug, haalden het lijk op en begroeven het vervolgens in Löhnberg bij de kerk.
In de archieven vinden we tegenstrijdige verslagen van deze strubbelingen terug.
Grüter schreef diverse rapporten en drong er bij zijn meerderen op aan om de Löhnbergers te straffen en het lijk te laten opgraven om het in Niedershausen te laten herbegraven. Zijn superieuren volgden zijn aanbevelingen en luitenant-kolonel von Diepenbroik uit Dillenburg werd met 200 man naar Löhnberg gestuurd, het lichaam werd opgegraven en in Niedershausen begraven.
Er volgde een periode van schermutselingen en confrontaties over en weer. Het duurde jaren voor dit voorval verdween in de mist van de geschiedenis.
Mocht je meer details willen weten, kijk dan hier.

Image

Foto van kasteel Löhnberg, door mij gemaakt in 2019.